Adres :
Tenreukenpark Watermaal-bosvoorde
Gps-coörd. :
50.8042 , 4.4284
Wetenschappelijke inventarisatie :

Identiteit

Categorie :
Arbre remarquable
Latijn :
Cedrus libani
Naam FR :
Cèdre du Liban
Naam NL :
Libanonceder
Naam EN :
Cedar of Lebanon
Familie :
Pinaceae
Hoogte :
30 m
Beoogde hoogte :
Deze soort kan tot 40 m hoog worden
Diameter kruin :
16 m
Omtrek van de stam :
333 cm
Verwachte omtrek :
700 cm
Verwachte levensduur :
Kan tussen 300 en 500 jaar oud worden
Oorsprong/Afkomst :
Noord-Afrika, Klein-Azië
Voorkeursbodem :
Goed gedraineerde bodems
Voorkeursklimaat :
De eerste jaren gevoelig voor vorst

Diensten geleverd door deze boom

Verfraait het landschap :
+ groeit met verschillende bomen samen, dus minder sterk effect
Verrijkt de biodiversiteit :
++ ingevoerde soort
Levert zuurstof :
++ dun en dicht bladerdek zodra de temperaturen boven het nulpunt komen
Zuivert de lucht :
++ idem
Filtert het water :
+ weinig aangepast aan vochtige bodems
Voorkomt overstromingen :
ø
Slaat koolstof op :
++ duurzaam hout
Verzacht het klimaat :
++ schaduweffect van het bosje
Beperkt de erosie van de bodem :
+ ...
Doet goed, is nuttig :
+++ hars, hout
Collectie van de Belgische Staat, permanente bruikleen aan de Plantentuin Meise : Mouillefert, Traité des arbres et arbrissaux, Atlas, pl. 27ter, 1892-1898

Als u van dit soort boom houdt, zult u ook houden van In Brussel

Kenmerken/Karakter van het individu

Deze conifeer is de bewaker van een van de ingangen van het Tenreukenpark. Zijn geur markeert zijn territorium en zijn aanwezigheid. Zijn grote uitgestrekte takken (tafelvormig) nodigen uit om de blik naar de hemel te richten. In de Koran is de libanonceder een reus die de ingang naar de 7e hemel bewaakt. De sfeer aan de voet van deze boom is bijzonder, ook dankzij het beekje er vlakbij.

Zuil tussen hemel en aarde

Een vertrouwd silhouet

Een imposante boom die een geruststellende en vertrouwde indruk geeft, ontvangt de bezoekers aan een van de ingangen van het Tenreukenpark. Het gaat om een Libanonceder. Hij groeit op zijn gemak in een mooie hoek waar een watervalletje tussen de rotsen stroomt.

Dit exemplaar is de op 3 na grootste Libanonceder die is opgenomen in de wetenschappelijke inventaris van het Gewest. Het is een van die opmerkelijke bomen die het uitzicht van onze parken vormgeven.

Zijn silhouet is mooi uitgebalanceerd, breed en groot. Zijn immense horizontale takken geven hem een tegelijk sterk en beschermend voorkomen. Zoals een grootvader die zijn arm zou uitstrekken en zijn grote hand op onze bol zou leggen. Aan zijn voet krijg je het gevoel opnieuw kind te zijn.

Onze ceder heeft al een zekere leeftijd want zijn grote takken bovenaan vormen gigantische plateaus. Je zou gerust even op die vlakken gaan liggen, moesten ze niet zo hoog zijn. Zijn top is een beetje losser, wat afgerond: die nonchalance is een teken van maturiteit.

Wanneer ceders jong zijn, gedragen ze zich namelijk net als andere harsbomen. Het komt ook wel voor dat men hun silhouet van ver verwart met dat van sommige dennen. Net als die boomsoorten hebben ze een ranke piramidevorm. Hun structuur wordt geleid door de knop die bovenaan hun stam groeit. Die (apicale) knop leidt de stam, de hoofdas van de boom, en programmeert de nieuwe takken, de zij-assen. Elk jaar doet die knop een nieuwe verdieping van takken ontstaan. De laagste, en dus de oudste verdiepingen zijn langer dan de bovenliggende, jongere verdiepingen. Op een bepaald moment vallen de laagste takken, die het minst licht krijgen, op natuurlijke wijze af. Als ze jong zijn hebben ceders dan ook de relatief eenvoudige pijlvorm die kenmerkend is voor harsbomen.

Maar naarmate hij ouder wordt, onderscheidt de ceder zich van de andere coniferen: hij wordt eerder breed dan hoog. Zijn onmiskenbare silhouet trekt de aandacht. Van zijn takken in verschillende verdiepingen gaat sereniteit uit, en ze leiden de blik naar boven.

Een heilige wereldboom

De ceder is een van de bomen die het vaakst vernoemd worden in de Bijbel, en bij de Arabieren werd hij altijd al vereerd. Aan het einde van de Koran is de ceder de boom die onder de troon van Allah groeit. Hij verbindt de aarde met de 7e hemel.

De ceder komt voor in de ontstaansmythes van de Soemerische beschaving. In een van de oudste legendes van de mensheid, ontcijferd op de tafelen van de archeologische site van Ourouk, wordt de ceder voorgesteld als de wereldboom van de Soemeriërs. In het Gilgamesj-epos wordt verteld dat de cederbossen heilig waren, voorbehouden aan de goden en verboden voor de stervelingen. Ze werden bewaakt door het verschrikkelijke monster Humbaba. Gilgamesj ging tegen dat verbod in, overwon Humbaba en vernielde de cederbossen. Een verhaal met een visionair kantje?

In lang vervlogen tijden bedekten gigantische ceders de bergen van Libanon, Syrië en het zuiden van Turkije (Taurusgebergte). In die tijd schatte men ze al 2500 jaar oud: een leeftijd die zonder twijfel eerder op legendes dan op de realiteit gebaseerd was. Cederbomen worden doorgaans namelijk 600 à 700 jaar oud, soms 1000 jaar maar zelden veel ouder dan dat.

Als symbool van eeuwigheid en onsterfelijkheid diende deze boom van de goden om een reeks heilige tempels op te trekken: de tempel van Jupiter in Baalbek (Libanon), de tempel van Apollo in Utica, de tempel van Artemis in Efeze, bepaalde Egyptische piramides en de beroemde tempel van Jeruzalem. Om het skelet van die laatste te bouwen liet koning Salomon (970-930 voor Chr.) in de bergen van Libanon duizenden ceders vellen.

Het epos van de Libanonceder

Hebben de houthakkers van koning Salomon en hun afstammelingen de bossen nog generatieslang horen kermen zoals in het Gilgamesj-epos, toen ze de cederbossen van hun voorouders velden?

Cederhout, dat uiterst resistent is en niet gemakkelijk rot, is het slachtoffer geworden van zijn eigen succes. Verschillende eeuwen werd het op grote schaal gebruikt voor het optrekken van gebouwen, maar ook in de scheepsbouw. De warme tinten, geel met bruinrode strepen, maken het een waardevolle houtsoort, die schrijnwerkers zeer op prijs stellen om meubels mee te maken. En het hout is des te waardevoller door zijn geur. Het heeft weinig gescheeld of de overmatige kap had ervoor gezorgd dat er niets meer overbleef van de bossen met monumentale ceders in Libanon.

Gelukkig is de soort op het nippertje gered door zijn schoonheid. Een Engelsman, John Evelyn, werd verliefd op de soort en begon ze aan te planten in Europa. Ze was zo mooi dat ze in de 18e en de 19e eeuw in de mode raakte in botanische tuinen en parken van grootgrondbezitters.

Vandaag zou in Syrië en Libanon nog slechts 5% van de cederbossen over zijn. De grote exemplaren van duizend jaar oud zijn misschien op de vingers van een hand te tellen. Om zulke oude en grote bomen te zien, moet u naar het zuiden van Turkije afzakken. In Europa zijn de oudste exemplaren zonder twijfel te vinden in het Verenigd Koninkrijk. Sommige individuen hebben een stam met een omtrek van meer dan 10 meter, en zouden meer dan 320 jaar oud zijn.

Tekens van de evolutie

De ceder aan de ingang van het Tenreukenpark is een groentje, vergeleken met de ceders aan de overzijde van het Kanaal. Als de mens en de slechte weersomstandigheden hem met rust laten, heeft hij nog mooie jaren in het verschiet. Hij hoort bij die prachtige exemplaren die de Brusselse parken opfleuren.

Als u er langskomt, ga dan eens wat dichterbij. Zijn mooie zilvergrijze schors reflecteert het licht. Naarmate hij veroudert, barst de schors in kleine plakjes.

Zijn bloesems zijn moeilijk te zien omdat ze heel klein zijn. De vrouwelijke bloesems zijn groen en je hebt een verrekijker nodig om ze te zien, terwijl de mannelijke bloemen geel (of soms paars) zijn. Ze hebben een heel eenvoudige structuur: zonder kroonblaadjes en zonder omhulsel of zakje om de zaadjes te beschermen. Die weinig ontwikkelde (of primitieve) structuur is karakteristiek voor naaktzadigen: bomen waarvan de zaden niet bedekt zijn. Naaktzadigen zijn de oudste bomen op aarde. Onze ceder in het Tenreukenpark hoort dus bij een soort die al miljoenen jaren groeit.

Aan het eind van het seizoen zijn de vruchten goed te zien: mooie cilindervormige kegels van 5 tot 8 cm, die rechtop op de takken staan. Als u het geluk hebt er op de grond te vinden, kunt u hun fijne gegolfde schubben zien die dicht op elkaar gepakt zitten in tal van laagjes.

Zijn donkergroene bladerdek behoudt hij ook tijdens de winter. Het bestaat uit relatief korte dunne naalden, die samenkomen in rozetten of in bosjes, rond een zeer kort twijgje als centraal punt. De naalden hebben een heel beperkt oppervlak. Zo blijven de transpiratie en het vochtverlies beperkt wanneer het zeer droog is en is er ook niet veel temperatuuruitwisseling in koude periodes. De ceder kan dankzij zijn naalden dus het hoofd bieden aan relatief extreme weersomstandigheden en zijn bladerdek het hele jaar door behouden. Ook dat is een teken van de evolutie: een vernuftige aanpassing aan extreme klimaten.

Een geparfumeerd individu

De ceder heeft meer dan een trucje achter de hand. Hij gebruikt een ander kunstje om het hoofd te bieden aan de droogte. Om het water zorgvuldig in zijn naalden te houden transpireert hij gedeeltelijk vluchtige organische moleculen die in staat zijn om het bladoppervlak af te koelen. Een beetje zoals wanneer je alcohol aanbrengt op de huid. Die moleculen zijn afkomstig van de hars die de boom aanmaakt. Ze hebben een uitgesproken geur.
De ceder is ook een boom die bekend staat om zijn zuiverende essentiële oliën. De Egyptenaren gebruikten die al om hun doden te bewaren, en dan vooral om hun farao’s te balsemen. Men gebruikte ze ook in Boeddhistische ceremonies om de lucht te zuiveren. In de middeleeuwen dienden ze om demonen te verjagen.
Als u zich bij warm en zonnig weer onder deze ceder installeert, kunt u zijn kruidige en houtachtige aroma ruiken. Profiteer ervan om je te laten meevoeren door die geur uit de diepste diepten van de evolutie en om alle donkere gedachten te verjagen.

Dit portret is verrijkt met een illustratie uit de Belgische Federale Staatscollectie in permanente bruikleen aan de Meise Botanical Garden. Zie bijlage. Met dank aan de bibliotheek (erfgoedcollectie) voor deze bijdrage.https://www.plantentuinmeise.be/nl/home/

© Bruciel 1953
© Bruciel 1971
© Bruciel 1996
© Bruciel 2015
Foto's: Priscille Cazin - Sylvolutions /32shoot asbl
© PC-Z
© PC-Z
© PC-Z
© PC-Z
© PC-Z
© PC-Z
© PC-Z
© PC-Z
© PC-Z
© PC-Z
Jumelage: San Giovanni (Comomeer), Italië, gps: 45.977014, 9.247186. Foto: Priscille Cazin
Jumelage: San Giovanni (Comomeer), Italië, gps: 45.977014, 9.247186. Foto: Priscille Cazin
Jumelage: San Giovanni (Comomeer), Italië, gps: 45.977014, 9.247186. Foto: Priscille Cazin
Jumelage: San Giovanni (Comomeer), Italië, gps: 45.977014, 9.247186. Foto: Priscille Cazin
Twinning: Morlanwelz, Waals Gewest, gps: 50.28029, 4.14005, Foto: © Philippe de Spoelberch, BelTrees
Twinning: Boutersem, Vlaams Gewest, gps 50.49430, 4.49259. Foto: © Joke Ossaer